icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Hoe werkt de vermogensbelasting?

De vermogensrendementsheffing wordt ook wel spaartax, vermogensbelasting of box 3-heffing genoemd. Allemaal benamingen voor de belasting over je vermogen. Gelukkig wordt niet iedere euro belast. Maar het berekenen van de belasting is soms wel een uitdaging. Je leest hoe de berekening werkt en hoeveel vrijstelling je hebt.
Carola van Dorp

Carola van Dorp   Expert belastingaangifteBijgewerkt op:19 december 2024

Hoe werkt de vermogensbelasting

De vermogensrendementsheffing is de officiële benaming voor de belasting over je vermogen. De Belastingdienst verwacht dat je met dit vermogen (spaargeld en beleggingen) een bepaald rendement haalt. Over dit (veronderstelde) rendement heft de Belastingdienst in 2024 en 2025 36% belasting.

Veranderingen in belasting op vermogen

De manier waarop de Belastingdienst de belasting over je vermogen berekent verandert steeds. Op deze pagina vertellen we je alles over de overgangswetgeving die vanaf 2023 geldt, maar ook in 2021 en 2022 al gebruikt werd. Deze wetgeving geldt in elk geval tot 1 januari 2028. Maar deze wetgeving vindt de rechter oneerlijk. Meer informatie vind je onder het werkelijk rendement of lees je in het artikel: 'Rechtszaak box 3'.

Wil je meer weten over de rekenmethode die van 2017 tot en met 2022 van toepassing was? In het artikel ‘Vermogensbelasting 2022 en eerder’ vind je meer informatie.

Inmiddels is er ook een voorstel uitgewerkt voor de belastingheffing vanaf 2028. Het kabinet moet hier nog mee aan de slag. Dus de plannen kunnen nog veranderen. Meer informatie over deze toekomstplannen vind je in het artikel ‘Toekomst vermogensbelasting’.

Wat valt er onder vermogen?

Onder vermogen vallen alle bezittingen en schulden die je hebt. Denk hierbij aan:

  • Betaal- en spaarrekeningen.
  • Contant geld.
  • Effecten, zoals aandelen, obligaties en crypto’s.
  • Vakantiewoning, een pand dat je verhuurt of ander onroerend goed.
  • Vorderingen, geld dat je hebt uitgeleend aan iemand.
  • Je aandeel in het vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE).
  • Schulden, geld dat je van iemand hebt geleend of facturen die je nog moet betalen.
  • Saldo van je creditcard.
  • (Persoonlijke) leningen.

Het huis waarin je woont en roerende goederen zoals je auto, kunst, caravan of inboedel vallen niet onder het begrip vermogen. Ook schulden of vorderingen van de inkomstenbelasting op de Belastingdienst mag je niet meetellen.

Belastingvrij sparen 2024 en 2025

Belasting-infographic-vermogenbelastingKlik op de afbeelding voor een vergroting

Grens vermogensbelasting 2025

Gelukkig hoef je niet gelijk belasting te betalen als je meer bezittingen dan schulden hebt. Er is namelijk nog een vrijstelling. Dit heet het heffingvrije vermogen. Voor 2024 is de vrijstelling €57.684 (voor fiscale partners het dubbele, €115.368). Spaar je groen en/of beleg je groen? Dan is dat bedrag voor maximaal €26.312 vrijgesteld. Heb je een partner? Dan mag je de vrijstelling verdubbelen. Deze vrijstelling is een stuk lager dan in 2024.

Schuldendrempel in 2025

Je schulden mag je niet helemaal meetellen. Er geldt voor 2025 een hogere schuldendrempel van €3800. Heb je een fiscale partner? Dan is de drempel €7600. Wat overblijft is de schuld die meetelt voor box 3. 

Vijstelling en schuldendrempel 2024

Voor 2024 bedraagt de vrijstelling €57.000 per persoon. Dus voor fiscale partner €114.000. De vrijstelling voor groene spaar- of beleggingsfondsen is maximaal €71.251, voor partners €142.502. De schuldendrempel is €3700 per persoon, €7400 samen.

Peildatum

De Belastingdienst werkt met de peildatum 1 januari. Het vermogen dat je op 1 januari bezit telt mee voor de berekening. Krijg je net in december een groot bedrag gestort? Dan kan het zijn dat je daardoor (meer) belasting betaalt. Zelfs als je dit bedrag op 3 januari weer uitgeeft. Voor de aangifte over 2024, die je in 2025 doet, ga je uit van de waarde op 1 januari 2024. 

Rendementsgrondslag en belasting berekenen 2024 en 2025

Sinds de belastingaangifte 2023 geldt de overbruggingswetgeving. De Belastingdienst gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen en daarover berekenen ze een fictief rendement. Je vermogen wordt verdeeld in 3 groepen. Spaargeld, overige bezittingen en schulden. Onder spaargeld vallen je betaal- en spaarrekening, contant geld en je aandeel in het eigen vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE). Al je andere bezittingen vallen onder overige bezittingen vallen alle bezittingen. 

Fictief rendement

Voor elk van deze groepen is een eigen fictief rendement bepaald. Dit is anders dan in de oude heffing. De percentages zijn:

Categorie vermogen Fictief rendement 2025 Fictief rendement 2024
Spaargeld 1,44%* 1,03%*
Overige bezittingen 5,88% 6,04%
Schulden (na drempel) 2,62%* 2,47%*

* De percentages voor spaargeld en schulden over 2024 en 2025 zijn voorlopig. Deze worden pas rond februari 2025 en 2026 definitief vastgesteld. Het percentage van de beleggingen is een gemiddelde van de afgelopen 5 jaren. De rente voor spaargeld en schulden is een gemiddelde van het jaar zelf.

We leggen de berekening van de vermogensbelasting uit met een voorbeeld. We lichten dit voorbeeld daarna verder toe.

  1. In de nieuwe methode vermenigvuldig je eerst de waarde per groep met het percentage. De uitkomst van de eerste 2 groepen tel je bij elkaar op. De uitkomst van de schulden mag je eraf halen. Dit is het berekende fictieve rendement.
  2. Vervolgens neem je het totale vermogen (bezittingen verminderd met de schulden na de drempel) en haal je de vrijstelling er van af. Dit is de grondslag sparen en beleggen, ook wel rendementsgrondslag genoemd.
  3. Als je samen aangifte doet, mag je het vermogen verdelen. Alle verdelingen zijn toegestaan, zolang je samen maar 100% aangeeft. 
  4. Deel daarna de grondslag sparen en beleggen van ieder door het totale vermogen. Dit is jouw aandeel in het vermogen dat belast wordt. En wordt uitgedrukt in een percentage.
  5. Vermenigvuldig het berekende fictieve rendement van stap 1 met het aandeelpercentage uit stap 4. Zo bereken je het voordeel sparen en beleggen. Over dit voordeel betaal je 36% belasting.

Voorlopige aanslag onzeker

In de voorlopige aanslag werkt de Belastingdienst met een schatting van het rendement van spaargeld en schulden. Pas na het kalenderjaar wordt deze definitief. Hierdoor kan het zijn dat je in je definitieve aangifte te veel of te weinig betaald hebt. In de voorlopige aanslag van 2024 is rekening gehouden met 1,03%. Maar de rente komt waarschijnlijk uit op ongeveer 1,47%. Hierdoor moet je in de aangifte bijbetalen. Ook het percentage van de schulden zal naar verwachting hoger uitkomen. Deze staat op 2,47% en komt uit op ongeveer 2,62%.

Werkelijk rendement

Verschillende belastingplichtigen hebben een rechtszaak tegen de Belastingdienst aangespannen. De hoogste rechter van ons land, de Hoge Raad, deed op 6 juni 2024 uitspraak in een van deze rechtszaken. De rechter vindt de belastingregels die hiervoor uitgelegd staan oneerlijk. De Belastingdienst mag niet uitgaan van het bedachte rendement, maar mag alleen belasting berekenen over je werkelijke rendement. De Belastingdienst moet deze uitspraak volgen.

Kiezen uit 2 systemen 

In je belastingaangifte over 2024 zie je alleen de huidige wetgeving in de berekening. Maar als je werkelijke rendement lager is, hoef je minder belasting te betalen. Je kunt dit claimen door achteraf een digitaal formulier, Opgaaf Werkelijke Rendement, in te vullen. De hoogte van het werkelijke rendement moet je wel zelf bewijzen. Ook voor 2025, 2026 en 2027 geldt een keuze in je aangifte. De Belastingdienst verwacht dat het dan wel in de aangifte opgegeven kan worden.

2021, 2022 en 2023

Ook over de jaren 2021, 2022 en 2023 heb je recht op herrekening van de belasting. Maar je moet dit wel zelf aangeven en bewijzen hoeveel je werkelijke rendement was. Je kunt hiervoor het digitale formulier 'Opgaaf werkelijk rendement' invullen en insturen naar de Belastingdienst. Dit formulier komt vanaf de zomer van 2025 beschikbaar.

Vanaf 2028 kun je alleen nog maar belasting betalen over het werkelijke rendement. Al zijn deze regels net weer anders dan nu.

Inmiddels is er al meer informatie beschikbaar over wat er onder het werkelijk rendement valt. En hoe de berekening eruit komt te zien.

Lees meer over het werkelijk rendement:

Anti-misbruikbepaling 

In de wet staat een bepaling om misbruik te voorkomen. De zogeheten 'peildatumarbitrage'. Door bijvoorbeeld (een deel van je) beleggingen eind december te verkopen en begin januari weer te kopen, bespaar je belasting. De vermogensbelasting wordt dan berekend tegen het spaartarief. Dit gedrag vindt de overheid onwenselijk. Daarom is er een anti-misbruik bepaling.

Tussen het moment van verkoop van de beleggingen en het moment van aankoop moet minimaal 3 maanden zitten. Dit hoeft alleen als 1 januari binnen die periode valt. Bij minder dan 3 maanden verschil ziet de Belastingdienst de opbrengst van je aandelen op je spaarrekening toch als beleggingen. En betaal je het hoge tarief. Tenzij je kunt aantonen dat het gaat om zakelijk handelen.

Dit geldt ook voor het tijdelijk aangaan van meer schulden rondom 1 januari.

In de aangifte 2023 werd hier niets mee gedaan. De verwachting is dat je in 2024 meer gegevens moet invullen, zodat de Belastingdienst dit kan controleren. We houden het in de gaten.

Lees meer over:
Omzeilen van de peildatum in box 3

Moet ik bezwaar maken?

Het is alleen mogelijk om bezwaar te maken tegen een definitieve aanslag. In veel gevallen krijg je alleen een voorlopige aanslag en geen definitieve aanslag. De Belastingdienst verstuurt deze pas als de uitspraak van de Hoge Raad verwerkt is. En je de kans hebt gekregen om je werkelijke rendement toe te sturen. Zie hiervoor bij werkelijk rendement. Of kijk bij de veelgestelde vragen hierover.

Of het nodig is om bezwaar te maken hangt af van je persoonlijke omstandigheden. Hierdoor kan de Consumentenbond alleen een algemeen advies geven om wel of geen bezwaar te maken. We kunnen niet helpen om te bepalen of jouw situatie hieronder valt. Wil je hulp of advies? Bezoek dan een belastingadviseur. 

Tip: Als je samen aangifte doet, moet je wel allebei een bezwaar indienen. Het zijn voor de Belastingdienst namelijk 2 verschillende belastingnummers.

Voorlopige aanslag

Tegen een voorlopige aanslag kun je geen bezwaar maken. Je kunt alleen online je voorlopige aanslag aanpassen

Standpunt Consumentenbond box 3

Al eerder deed een rechter uitspraak over de belasting in box 3. Dit ging over de jaren 2017 tot en met 2020. Er volgde compensatie voor iedereen die bezwaar maakte voor 24 december 2021. Je hebt geen recht op compensatie over de jaren 2017 tot en met 2020 als je geen bezwaar hebt gemaakt tegen de aanslag. Dit werd met Prinsjesdag 2022 bekend gemaakt. Hier zijn wij het niet mee eens en daarom zijn we een claim gestart.

Op dit moment richt onze claim zich op rechtsherstel voor de gedupeerden die over de periode 2017-2020 geen bezwaar hebben gemaakt. We zijn hiervoor een aantal rechtszaken gestart. Met als doel om alsnog compensatie te krijgen voor deze groep. Er is nog geen uitspraak in deze zaak.

Wil je op de hoogte blijven van de vorderingen? Meld je dan vrijblijvend aan.

Blijf op de hoogte

Ontvang nieuws, acties en tips in je mailbox. Zo bespaar je geld, voorkom je een miskoop en weet je wat je rechten zijn. Al 500.000 lezers gingen je voor.
In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens en e-mails voor je personaliseren.
Artikelen binnen Zelf belastingaangifte doen