icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Rechtszaak over vermogensbelasting

Zijn de belastingregels voor de vermogensbelasting eerlijk? Op deze vraag gaf de hoogste rechter van ons land op 6 juni 2024 antwoord. Hoe moet de belastingheffing dan wel? En wie krijgen er geld terug?
Carola van Dorp

Carola van Dorp   Expert belastingaangifteBijgewerkt op:6 juni 2024

belasting aangifte zzp voorlopige aanslag

Nu de rechter de belastingregels over het vermogen oneerlijk vindt, moet de Belastingdienst weer met een oplossing komen.

Werkelijk rendement

Volgens de hoogste rechter van ons land worden met name belastingplichtigen met overig vermogen, zoals beleggingen, onroerend goed en leningen aan kinderen benadeeld. Voor deze groep pakken de huidige regels nadelig uit als je niet veel rendement over je vermogen haalt. 

Wat is rendement?

Ook op deze vraag gaf de rechter antwoord. Onder rendement valt de rente, huur en het dividend die je ontvangt. Maar onder het rendement vallen ook de waardeveranderingen. Is de waarde van je beleggingen gedurende het jaar gestegen door hogere koersen? Dan valt deze waardestijging ook onder rendement. Dit geldt ook voor waardestijgingen van je vakantiewoning of tweede woning. Je eigen woning waar je permanent in woont, valt hier niet onder. Die zit in box 1.

Lager werkelijke rendement

Volgens de rechter moet je dus je werkelijke rendement vergelijken met het forfaitaire rendement. De Belastingdienst heeft in de aangifte het forfaitaire rendement berekent. Je kunt dit terugzien in je aangifte bij:

  • Overzicht belasting en premies
  • Klik op inkomstenbelasting
  • Klik op Box 3: sparen en beleggen
  • Klik op bekijk achter voordeel uit sparen en beleggen

In de laatste kolom staat het fictieve rendement genoemd. Met dit bedrag mag je je werkelijke rendement vergelijken. Als je werkelijke rendement lager is, betaal je over dit bedrag belasting. En krijg je het verschil met de daadwerkelijk betaalde belasting terug.

Hoe nu verder?

De rechter zegt dat belastingplichtigen zelf moeten aantonen dat ze een lager rendement gehaald hebben. De verwachting is nu dat de Belastingdienst met een formulier komt. Op dit formulier kun je dan je werkelijke rendement opgeven. Als er twijfel is over de opgegeven waarden kan de Belastingdienst je om bewijs vragen. Met dit formulier kan de Belastingdienst dan de aanslagen aanpassen. Is je werkelijke rendement lager? Dan krijg je het teveel betaalde bedrag terug.

Geen rentevergoeding

Over het bedrag dat je terugkrijgt, ontvang je geen rente. Volgens de rechter hoeft de Belastingdienst geen rente te vergoeden.

Wachten op Belastingdienst

Op dit moment raden we aan om even af te wachten op meer duidelijkheid vanuit de Belastingdienst. De Hoge Raad heeft de kaders neergezet. Het is nu aan de overheid/Belastingdienst om dit verder in te vullen.

Lees meer over de rechtszaak:

In actie komen

Maar de uitspraak geldt niet automatisch voor iedereen. Soms moet je in actie komen om recht te hebben op belastingteruggave. Voor het belastingjaar 2023 moet je in actie komen als je belasting betaalt over je vermogen, box 3-heffing én als je een definitieve aanslag ontvangt. 

Als je werkelijke rendement lager is dan de berekende belasting, krijg je na de uitspraak van de rechter geld terug. Maar alleen als de rechter vindt dat de regels oneerlijk zijn.

Maak binnen 6 weken na datum van de definitieve aanslag bezwaar op je aanslag. Dit kun je online doen of via een brief. Maak hiervoor gebruik van onze voorbeeldbrief. Beantwoord een paar vragen om te checken of je bezwaar moet maken.

Twijfel je of je werkelijke rendement lager is? Maak dan toch bezwaar. De Belastingdienst mag je aanslag alleen aanpassen als de belasting lager wordt.

Online bezwaar maken

De Belastingdienst maakt het online bezwaar maken steeds makkelijker.

  • Kies op deze pagina van de Belastingdienst voor: ‘U bent het niet eens met een aanslag inkomstenbelasting’.
  • Klik dan op de link in de zin: ‘Wilt u toch bezwaar maken? Dat kan online met uw DigiD.’.
  • Daarna log je in met uw DigiD.
  • Je komt daarna direct in een scherm voor bezwaar maken. Kies voor volgende.
  • Kies de aanslag waartegen je bezwaar wilt maken en kies voor volgende.
  • Vervolgens kies je voor de optie: ‘Box 3 bezwaar en verzoek tot vermindering’ en kies voor volgende.
  • In het scherm erna geef je aan waarom je bezwaar maakt. Het is ook mogelijk om hier een brief toe te voegen. Bijvoorbeeld onze voorbeeldbrief.
  • In de stappen erna worden je gegevens gecontroleerd. Controleer en verzend je bezwaar.

Staat de aanslag van 2023 niet bij de keuzemogelijkheden? Dan heb je nog geen definitieve aanslag gekregen en kun je geen bezwaar maken.

Liever per post

Liever per post? Dat kan natuurlijk ook. Stuur dan de voorbeeldbrief naar het belastingkantoor waar je onder valt. Het adres vind je op de definitieve aanslag.

Te laat voor bezwaar

Is de datum op je aanslag langer geleden dan 6 weken? Dan kun je geen bezwaar meer maken. Toch kun je dan nog wel in actie komen door een speciaal verzoek te doen bij de Belastingdienst. Dit heet officieel een verzoek tot ambtshalve vermindering. Het gaat eigenlijk op dezelfde manier als bezwaar maken zoals hiervoor beschreven. Je kunt ook gewoon onze voorbeeldbrief gebruiken. Verander dan het woord bezwaar in 'verzoek tot ambtshalve vermindering'.

Geen definitieve aanslag ontvangen 

Niet iedereen krijgt nu al een definitieve aanslag. De Belastingdienst was bang voor veel bezwaarschriften. En daarom krijgen veel mensen over het belastingjaar 2022 en 2023 geen definitieve aanslag. Dit is meestal zo als je ander vermogen hebt dan alleen betaal- en spaarrekeningen. De definitieve aanslag komt pas na de uitspraak van de rechter. Je hoeft nu niet in actie te komen en krijgt na de uitspraak van de rechter bericht van de Belastingdienst.

Waarom deze rechtszaak?

Om te begrijpen waar de rechtszaak deze zomer over gaat, moeten we eerst even terug in de tijd.

Op 24 december 2021 was er ook een rechtszaak bij de Hoge Raad. Deze rechtszaak ging over de berekening van de belasting over het vermogen. De rechter vond toen dat de belastingheffing over het vermogen niet eerlijk was. Volgens de rechter moet de Belastingdienst de belasting berekenen over het werkelijke rendement. En niet over het rendement dat de overheid bedacht. Lees meer over hoe de belastingberekening voor 2022 toen ging.

Tijdelijke regels

Door deze uitspraak zijn de regels in 2022 met spoed aangepast. De belasting over het werkelijke rendement moet namelijk berekend worden. Daarvoor zijn dan veel wijzigingen in de systemen van de Belastingdienst nodig. En een wetswijziging waar alle partijen achter staan. Dit was niet haalbaar op korte termijn. En daarom bedacht de overheid een tussenoplossing. Dit zijn de huidige belastingregels. Hoe deze berekening precies werkt, lees je in het artikel: ‘Hoe werkt de vermogensbelasting’.

Te veel belasting betaald

Maar ook bij deze tussenoplossing betaal je soms veel te veel belasting en soms te weinig. In 2021 en 2022 betaalde je over spaargeld geen belasting. Maar over al je overige vermogen haal je volgens de Belastingdienst 6% rendement. Denk aan beleggingen, een vakantiehuis of uitgeleend geld zoals een familielening. Maar als je je vakantiehuis alleen zelf gebruikt, heb je geen rendement. En als de rente op de lening aan je kind maar 3% is, heb je ook minder rendement dan 6%. En toch betaal je belasting over 6%.

Daarom zijn er nieuwe rechtszaken gestart. En gaat de Hoge Raad uitspraak doen. De rechter beantwoordt de vraag of de tijdelijke belastingregels mogen. Of dat de Belastingdienst belasting moet berekenen over het werkelijke rendement. De kans is vrij groot dat de rechter de belastingplichtigen gelijk geeft. De tijdelijke regels mogen dan niet. Hierdoor moet de Belastingdienst de belasting gaan berekenen over het werkelijke rendement. We blijven het nieuws hierover volgen.

Artikelen binnen Zelf belastingaangifte doen