icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Blauwe of zwarte zonnepanelen?

Zonnepanelen zijn meestal zwart of blauw. Dit verschil heeft vooral te maken met het productieproces van de panelen: monokristallijn of polykristallijn. Beide typen hebben hun voor- en nadelen. Waar moet je voor kiezen?
Yvo_Verschoor_S

Yvo Verschoor   Expert zonnepanelenBijgewerkt op:16 juni 2022

Artikel blauwe of zwarte panelen

Vrijwel alle zonnepanelen zijn blauw of zwart. Meestal zijn helderblauwe panelen van het type ‘polykristallijn’ (ook wel multikristallijn genoemd) en zwarte panelen ‘monokristallijn’.

Poly of mono zonnepanelen

Deze aanduidingen hebben te maken met verschillen in het productieproces van de (meestal 60) zonnecellen of 120 halve zonnecellen waaruit de meeste zonnepanelen bestaan.

Polykristallijne zonnepanelen

Bij polykristallijne ('poly') zonnepanelen bestaat elke cel uit meerdere onregelmatig op elkaar aansluitende siliciumkristallen. Bij monokristallijne ('mono') panelen vormt een enkel siliciumkristal de basis voor een zonnecel.

Monokristallijne panelen

Monokristallijne panelen zijn vaak zwart, maar kunnen ook donkerblauw zijn. De cellen hebben afgeronde hoeken waardoor er kleine witte of zwarte ruitjes tussen de cellen te zien zijn (je ziet daar de 'backsheet'). Polykristallijne panelen zijn meestal blauw maar kunnen ook zwart zijn. De kleur is afhankelijk van de eigenschappen van de antireflectielaag op de zonnecellen. Er zijn verschillende formaten.

Monokristallijn iets duurder

Monokristallijne panelen zijn over het algemeen iets duurder dan polykristallijne. De meerprijs is vaak een paar tientjes per zonnepaneel. Daar tegenover staat dat de afzonderlijke cellen van monokristallijne panelen een uniforme effen kleur hebben. Bij veel polykristallijne panelen zijn de onregelmatige kristalvlakken duidelijk zichtbaar. Dat geeft een iets onrustiger beeld en meer reflectie.

Verder zijn er in ons land veel huizen met zwarte of rode daken, maar niet met helderblauwe daken. In veel straten vallen zwarte panelen op het dak daardoor minder op.

Koopadvies 4 soorten zonnepanelen

Van links naar rechts: monokristallijn, polykristallijn en all-black zonnepaneel.

Wil je weten of je te maken hebt met mono- of polykristallijne panelen? Let dan op ruitvormige ruimtes tussen de afzonderlijke cellen. Als je die ziet, gaat het om een monokristallijn zonnepaneel.

All black

Polykristallijne panelen zijn dus normaal gesproken blauw en hebben een onbespoten aluminium frame. Monokristallijne panelen hebben vaak, voor een nog gelijkmatiger beeld en minder reflectie, een zwart gespoten frame.

Als daarnaast ook de zogenaamde ‘backsheet’ zwart is, zie je geen witte ruitjes meer tussen de cellen. Dat heet een ‘all black’ of ‘full black’ zonnepaneel. Volgens sommigen de mooiste oplossing, maar volledig zwart is niet optimaal voor de opbrengst. Het maakt de panelen warmer. En hoe warmer, hoe minder opbrengst bij dezelfde hoeveelheid zonneschijn.

Hoogste vermogens

Met monokristallijne technologie zijn de efficiëntste panelen te maken. Maar soms heeft een aanbieder zowel mono- als polykristallijne panelen van dezelfde fabrikant met gelijk vermogen in Wattpiek (Wp). Je kunt dan uitgaan van een vrijwel gelijke opbrengst. Vermogens van 300-330 wattpiek zijn inmiddels gangbaar.

Normaal formaat met 380 Wp

De hoogste vermogens die bij panelen van normaal formaat gehaald worden liggen inmiddels rond 380 Wp. Het gaat daarbij om monokristallijne panelen met extra hoge vermogens, zowel in het blauw als zwart verkrijgbaar.

Deze panelen zijn een stuk duurder dan de gemiddelde zwarte panelen. Ze bieden uitkomst als je weinig ruimte op het dak hebt, omdat je minder panelen nodig hebt voor een bepaalde opbrengst.

Extra garantie

Ook hebben deze 'premium'-zonnepanelen meestal extra lange productgarantie, tot wel 25 jaar. Voorbeelden van fabrikanten van dergelijke 'high efficiency' zonnepanelen zijn het Noorse REC, het Amerikaanse SunPower, het Koreaanse LG, en het Nederlandse Autarco.

Vermogen boven 500 Wp

Er bestaan tenslotte ook zonnepanelen met vermogens tot boven 500 Wp. Die zijn opgebouwd uit grotere en/of meer zonnecellen, bijvoorbeeld 72 in plaats van 60. Of een veelvoud aan halve cellen.

Deze panelen hebben grotere afmetingen. Daardoor zijn ze zwaarder en kwetsbaarder. Geen pretje voor installateurs om mee het dak op te moeten. Afhankelijk van de beschikbare dakruimte kan een groter of juist kleiner formaat soms wel handig zijn om het dak maximaal te benutten.

Nog hogere vermogens zijn mogelijk met zogenaamde 'bifacial' panelen, die aan 2 kanten licht kunnen opvangen. Maar die kun je dus niet gebruiken op een schuin dak.

Opbrengstverschillen blauwe en zwarte zonnepanelen?

Monokristallijne panelen doen het iets beter bij bewolkt weer dan polykristallijne zonnepanelen. Ook zou de achteruitgang in opbrengst bij hoge temperaturen van monokristallijne panelen wat lager zijn. Tegelijkertijd warmen zwarte, vooral all-black- panelen, juist sneller op dan blauwe, wat de productie bij warm weer een beetje remt.

Levensduur?

Of monokristallijne panelen inderdaad, zoals wordt gezegd, nóg langer meegaan dan polykristallijne panelen valt niet in het algemeen te zeggen. Per saldo is het uiterlijk de voornaamste reden om voor monokristallijne panelen te kiezen. En door de voorkeur voor zwarte panelen zijn polykristallijne panelen ook steeds minder te koop.

Andere soorten zonnepanelen

Er zijn nog andere soorten zonnepanelen, zoals dunnefilm zonnepanelen. Deze hebben vaak net weer andere kenmerken, sommige kun je zelfs vouwen. Ze worden vooral toegepast in producten als rugzakken, tuinlampjes en rekenmachines.

Voor zonnepanelen op het dak zijn ook dunnefilm-varianten beschikbaar. Het gaat dan niet om panelen op basis van silicium, maar heel andere technologiëen zoals 'CIGS' en 'CdTe'.

Er zijn slechts enkele grote fabrikanten van dunne filmzonnepanelen en deze hebben het economisch moeilijk. De doorbraak laat nog op zich wachten en momenteel neemt het al vrij lage aandeel van deze panelen op de Nederlandse markt verder af.

Andere kleuren

Zonnepanelen in heel andere kleuren, zoals rood of groen, zijn ook mogelijk. Net zoals (deels) transparante zonnepanelen. Maar deze kleuren gaan ten koste van de opbrengst.

Ze zijn dus vooral interessant als je een architectonisch statement wilt maken. Rode (of blauwe) keramische dakpannen met zonnecellen zijn een uitkomst als je zonnepanelen 'onzichtbaar' op een schuin dak wilt plaatsen, zoals bij een monument.

Dummypanelen

Wat pas echt weinig rendement geeft, zijn dummypanelen. Maar dat geeft in dat geval niets: dummypanelen zijn panelen die er precies als zonnepanelen uitzien, maar niet werken. Ze zijn erg geschikt om hoekjes waarin een echt paneel niet past of niet genoeg licht zou krijgen te vullen, zodat je je hele dak mooi egaal kunt vullen.

Lees ook:

Blijf op de hoogte

Ontvang nieuws, acties en tips in je mailbox. Zo bespaar je geld, voorkom je een miskoop en weet je wat je rechten zijn. Al 500.000 lezers gingen je voor.
In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens en e-mails voor je personaliseren.