icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Veelgestelde vragen over de zonnebrandtest

We krijgen vaak vragen over onze zonnebrandtest. Je leest hier de meest gestelde vragen. En onze antwoorden.
Lauri ten Grotenhuis_S

Lauri ten Grotenhuis   Expert zonnebrandGepubliceerd op:19 juni 2024

_DSC6126_1200x800

Wat weegt de Consumentenbond mee in het testoordeel zonnebrand? 

Het testoordeel van zonnebrandmiddelen is opgebouwd uit:

  • Bescherming (65%)
  • Gebruiksgemak (20%)
  • Duurzaamheid (10%)
  • Informatie op de verpakking (5%)

Waarom zijn er verschillende internationale testmethoden voor het meten van de bescherming van zonnebrand? 

In 2006 riep de Europese Commissie fabrikanten al op om nieuwe testmethoden voor zonnebrand te ontwikkelen. Bij de ‘klassieke’ methode (ISO24444) is verbranding van de huid nodig om de beschermingsfactor (SPF) te bepalen. Een panel wordt hiervoor blootgesteld aan verschillende straling-doses. Dat is ethisch onwenselijk.

Er zijn sindsdien 2 methoden ontwikkeld waarbij verbranding niet meer nodig is: de HDRS-methode en de double plate methode. De HDRS is een combinatie van in-vivo (met mensen) en in-vitro (zonder mensen). De double plate methode is volledig in-vitro en maakt dus geen gebruik van een panel. De verwachting is dat beide methoden in 2025 de status zullen krijgen van actieve ISO norm. 

Met wie doet de Consumentenbond de zonnebrandtesten? 

Wij testen zonnebrandmiddelen samen met verschillende andere Europese consumentenorganisaties in ons internationale testverband ICRT. De landen die deelnemen aan deze test zijn: België, Denemarken Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië en Zweden. 

Welke methode gebruikt de Consumentenbond om zonnebrand te testen? 

Wij hebben samen met onze internationale partners gekozen voor de HDRS-methode, omdat daarbij de zonnebrandproducten nog wel op de huid worden aangebracht. Daarmee kan worden gemeten hoeveel straling weerkaatst wordt met èn zonder zonnebrand, maar verbranding van de huid, wat ethisch onwenselijk is, is daarvoor niet nodig. 

Wanneer is de Consumentenbond overgestapt op de nieuwe HDRS-methode? 

We zijn voor onze testen van 2023 deze nieuwe methode gaan gebruiken. In oktober 2021 waren er resultaten van de studie naar HDRS van meer dan 250 samples waarvan de resultaten vergeleken waren tussen ISO24444 en HDRS. In deze statistisch onderbouwde data bleek dat de HDRS een vergelijkbaar beeld geeft als ISO24444. We vonden 250 waarnemingen voldoende onderbouwing om de overstap te maken.  

Gebruikt de Consumentenbond alleen de nieuwe HDRS-methode? 

Wij gebruiken in eerste instantie de HDRS-methode. En als met de HDRS-methode blijkt dat een product niet de beschermingsfactor (SPF) laat zien die op de verpakking staat, testen we ter controle nogmaals volgens de klassieke ISO24444 methode. Deze klassieke methode gebruiken fabrikanten ook voor de SPF-claim op hun verpakking. Alleen als een product in onze test bij beide methoden een te lage SPF laat zien, raden wij het product af. Daarbij staat het belang van consumenten voorop, want wij vinden het noodzakelijk dat consumenten goed beschermd de zon in gaan. 

Is de HDRS-methode ook geschikt voor minerale filters? 

Er is inmiddels brede overeenstemming, ook vanuit fabrikanten, dat de HDRS-methode geschikt is voor het bepalen van de kwaliteit van zonnebrand. Inclusief producten met (alleen) minerale UV filters. Dat blijkt ook uit onze testen. Sinds 2023 gebruiken wij standaard de HDRS-methode. Daarbij hebben zonnebrandmiddelen met (alleen) minerale filters in veel gevallen een goede testuitslag.  

Zorgt het werken met steeds andere proefpersonen voor onnauwkeurige meetresultaten? 

Eventuele onnauwkeurigheid bij de in-vivo test, door het werken met proefpersonen, ondervangen we zoveel mogelijk door voldoende proefpersonen te gebruiken en onder gecontroleerde omstandigheden te testen. Volgens internationale normen in een gecertificeerd laboratorium. Verder is er in de normen een marge ingebouwd. De SPF mag bij een test 17% afwijken van de geclaimde SPF op een verpakking.  

Waarom ontvangen fabrikanten niet de volledige testrapporten? 

Voordat wij de testresultaten publiceren, delen we de gemeten SPF met fabrikanten. Die weten dan waar ze aan toe zijn, kunnen er op reageren en eventueel hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Wat we niet delen, ook niet bij andere testen, zijn de volledige rapporten van onze laboratoria. Fabrikanten of vertegenwoordigers van de industrie vragen regelmatig om de rapporten. Maar we willen niet dat die een lab direct benaderen en onder druk kunnen zetten. Dat gebeurde weleens in het verleden.  

We begrijpen dat fabrikanten niet blij zijn als ze niet goed uit onze test komen. En we staan open voor dialoog en kritiek. Maar voor ons staat voorop dat merken hun SPF-claim moeten waarmaken, zodat consumenten erop kunnen vertrouwen dat ze goed beschermd zijn tegen de zon.  

Hangt het testresultaat niet af van welke testmethode er gebruikt wordt? 

Als je verschillende methoden gebruikt dan wil je uitsluiten dat een product bij verschillende methoden een ander resultaat geeft. Daarom worden voor dit soort methoden uitvoerige onderzoeken gedaan door verschillende laboratoria, de industrie en de toezichthouders. Zoals de NVWA en organisaties zoals consumentenorganisaties. Zo worden er zogeheten ringtesten uitgevoerd waarbij dezelfde producten door verschillende laboratoria worden gemeten om de stabiliteit van de methode te onderzoeken.  

Waarom neemt de Consumentenbond de testrapporten van fabrikanten niet mee in de beoordelingen? 

Wij publiceren niet op basis van onderzoeken die door fabrikanten zijn aangeleverd maar uitsluitend op basis van onze eigen bevindingen. We zijn onafhankelijk, we bekostigen onze testen zelf en voeren deze zelf uit of laten ze uitvoeren door een onafhankelijk laboratorium. Rapporten van fabrikanten nemen we niet mee, omdat we daarbij niet kunnen instaan voor de methode en het lab. Maar nog veel belangrijker, dan zijn we niet meer onafhankelijk. 

Welke methode gebruikt de NVWA voor het testen van zonnebrand?  

De NVWA gaat hetzelfde te werk als de Consumentenbond. Ze gebruiken eerst een nieuwe testmethode. De NVWA heeft gekozen voor double-plate, die zit dus ook nog in het ISO-goedkeuringstraject. En daarna ter verificatie de klassieke ISO24444 methode. De NVWA meldt hierover op zijn website dat toepassing van een in- vitro 'robuuster' is en 'minder risico op een meetfout of op variaties in de uitkomsten' geeft.  

Waarom is van sommige producten het testoordeel anders dan vorig jaar terwijl de samenstelling niet gewijzigd is? 

Dit komt omdat in de score voor duurzaamheid voorheen een selectie van ingrediënten werd beoordeeld. Vanaf 2024 beoordelen wij álle ingrediënten die in zonnebrand kunnen voorkomen. Er is ook een wijziging in de inschaling, en de score van enkele ingrediënten die eerder ook al wel beoordeeld werden. Daarnaast hebben we voor de verpakking een check toegevoegd of er op staat hoe je hem moet afdanken. Deze nieuwe methode wordt voor alle testen van persoonlijke verzorgingsmiddelen doorgevoerd. 

Klopt het dat de Consumentenbond onlangs nog aanpassingen heeft gedaan in testscores? 

Dat klopt, zie ons nieuwsbericht 'Aanpassing in etiket- en/of duurzaamheidsscore zonnebrandmiddelen'.

Waar kan ik meer lezen over hoe de Consumentenbond zonnebrand test? 

Lees ons artikel 'Hoe wij zonnebrand testen'.

Waar kan ik meer lezen over hoe het testen bij de Consumentenbond in het algemeen in zijn werk gaat? 

Lees ons artikel 'Onderzoek van de Consumentenbond'.