Een derde van consumenten krijgt te maken met phishingmails
Gepubliceerd op:27 maart 2023
Gemiddeld trapt 6% van de consumenten in de val bij bank- en betaalfraude. Maar bij sommige fraudevormen ligt dat percentage veel hoger. Vooral bij aan- en verkoopfraude trappen consumenten in de val. Bijvoorbeeld via een nepwebshop of Marktplaats-oplichting. Maar liefst 62% van de consumenten die hiermee te maken kreeg, raakte geld kwijt. Het schadebedrag bleef vaak wel beperkt tot maximaal €100.
€5000 kwijt
Bij andere vormen van fraude, raakten consumenten veel meer geld kwijt. Zo is het gemiddelde schadebedrag bij helpdeskfraude meer dan €5000. Bij deze vorm van oplichting, doet de fraudeur zich voor als een medewerker van de bank. Hij probeert mensen over te halen om geld over te maken naar een andere rekening. 6% van de panelleden is weleens op deze manier benaderd. Gelukkig trapte maar 8% daarvan in de truc.
Compensatie
Slechts 30% van alle gedupeerde panelleden kreeg al zijn geld terug. Bij aan- en verkoopschade werd de schade vaak niet vergoed, omdat de (nep)webwinkel niet reageerde of doordat consumenten niet wisten waar ze terecht konden. Creditcardmaatschappijen vergoedden wel vaak de schade door fraude. En ook slachtoffers van bankhelpdeskfraude werden relatief vaak gecompenseerd door hun bank. Tot 2021 vergoedden de banken dergelijke schade niet, omdat de klant het geld zelf had overgemaakt. Maar na druk van onder meer de Consumentenbond vergoeden zij dit nu wel. Zij het ‘uit coulance’.
Betere wetgeving
Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond, is nog niet tevreden over het vergoedingsbeleid van banken: ‘Consumenten hebben geen zekerheid. Banken zouden altijd moeten vergoeden, tenzij de klant aantoonbaar grof nalatig is geweest. Onze Europese koepelorganisatie BEUC pleit voor betere Europese wetgeving waarin wordt vastgelegd dat het risico bij niet-bancaire fraude niet alleen bij de consument mag liggen.'
De Consumentenbond is aangesloten bij het Integrale Actieplan Online Fraude om samen met onder andere de politie, gemeenten, banken, bedrijven en maatschappelijke organisaties niet-bancaire fraude te bestrijden.