icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Bewaak je bioritme

Trek in ontbijt om 8 uur, een piek van alertheid halverwege de ochtend en een dip na de lunch: allemaal het werk van je biologische klok. Totdat die verstoord raakt. Wat kun je daaraan doen?

   Gepubliceerd op:16 oktober 2023

biologische klok

Wat is de biologische klok?

Er is niet 1 biologische klok. Overal in ons lichaam komen ‘klokgenen’ voor. Dit zijn een soort lokale biologische klokken in de verschillende organen en weefsels. Ze staan in verbinding met de centrale klok in onze hersenen. Ieder orgaan heeft dus zijn eigen klok. Dit zorgt ervoor dat op de juiste tijd de juiste enzymen actief zijn.

Als je biologische klok goed werkt, zijn alle lichaamsprocessen goed op elkaar afgestemd. Je slaapt goed, wordt gemakkelijk wakker, je spijsvertering werkt prima en je hormonen worden op de juiste tijden aangemaakt.

Verschillende ritmes

De centrale klok in de hersenen produceert een circadiaan ritme van 24 uur. Daglicht zorgt ervoor dat het circadiane ritme van de centrale klok synchroon loopt met het 24-uurs ritme van de aarde. Maar de klokgenen in ons lichaam luisteren niet alleen naar de centrale klok. Ze zijn ook gevoelig voor de energie die ons lichaam binnenkomt via voedsel, en voor de energie die je verbruikt door actief te zijn.

Verstoorde klok

In de huidige maatschappij raakt onze biologische klok regelmatig verstoord. Door kunstverlichting, televisie en smartphones leiden we een leven waarbij de dag langer is geworden dan de nacht.

En als de centrale klok niet meer goed werkt, kan die niet de juiste informatie afgeven aan de verschillende lichaamsklokken. Dit zorgt ervoor dat de klokken niet goed op elkaar afgestemd zijn. En dat kan leiden tot lichamelijke klachten zoals slapeloosheid, stress en overprikkeling. Op de lange termijn kan een verstoring van deze biologische ritmes het risico verhogen op overgewicht, diabetes en zelfs kanker.

Wat kun je doen?

Help je biologische klok door overdag veel licht te zien, te bewegen en energie binnen te krijgen. Doe ‘s avonds juist het omgekeerde. Behalve daglicht gebruikt de centrale klok informatie over je energieverbruik om gelijk te blijven lopen. In het ideale geval is deze informatie met elkaar in overeenstemming. Dus dan zie je overdag veel licht, zijn je spieren actief, verbruik je energie en komt er de nodige energie binnen.

’s Avonds moet er juist weinig licht zijn, weinig activiteit en is het goed als er weinig energie binnenkomt. Overdag heeft je lichaam vooral makkelijk verkrijgbare energie uit voeding tot zijn beschikking, en ’s avonds en 's nachts krijgt het energie uit de afbraak van vetten uit vetweefsel. Maar als je ’s avonds laat nog eet, blijft je lichaam energie uit voedsel halen en komt het niet tot vetverbranding.

Probeer een vast maaltijdritme aan te houden van 2 tot 3 maaltijden per dag. Eet ’s avonds zo min mogelijk. Als je bijvoorbeeld ’s avonds laat chips eet, krijgt je leverklok tegenstrijdige informatie. De centrale klok merkt aan de vermindering van daglicht dat je lichaam inactief wil worden en geeft dit signaal door aan de lever. Maar de leverklok zelf krijgt door het eten juist de boodschap actief te worden en enzymen af te geven.

Een regelmatig leven, zo veel mogelijk afgestemd op het ritme van dag en nacht, is goed voor je gewicht en je gezondheid. Genoeg slaap is essentieel. Door te weinig slaap kun je een halve kilo per week aankomen. Te weinig slaap heeft namelijk effect op de hormonen die je lichaam afgeeft.

Tijdens de slaap komt er meer van het antihongerhormoon leptine vrij. Zo weten je hersenen dat er genoeg energie is. Bij te weinig slaap neemt de hoeveelheid leptine af. Hierdoor denken de hersenen dat er een tekort aan energie is en geven ze het seintje ‘honger’.