Vleesvervangers steeds gezonder en lekkerder
Babs van der Staak WoordvoerderGepubliceerd op:25 oktober 2017
De Consumentenbond onderzocht 36 vegetarische burgers op eiwit-, ijzer- en zoutgehalte. De ‘vers plantaardige burger’ van Albert Heijn scoort het best (8,6), gevolgd door de plantaardige bonenburger van Goodbite (8,4) en de vegetarische hamburger van Garden Gourmet (8,1). Deze burgers zijn daarmee de meest volwaardige vleesvervangers uit de test.
Onderaan de lijst staan de ‘biologische pompoen tijmburger’ van Albert Heijn (5,6) en de ‘pompoen zoete aardappel burger’ van Vivera (5,4).
Soja-eiwit en zout
Vooral de vegetarische burgers op basis van soja-eiwit blijken een volwaardig alternatief voor vlees, met gemiddeld 17 gram eiwit per 100 gram. Burgers op basis van andere peulvruchten (linzen, kidneybonen en kikkererwten) bevatten gemiddeld bijna 10 gram eiwit, groenteburgers 7 gram.
Opvallend is dat bijna driekwart van de onderzochte burgers (zeer) goed scoort op zoutgehalte, terwijl dat in 2014 nog een probleem was. De informatie op het etiket klopt echter niet altijd; de vegetarische hamburger van Marqt ‘effe anders’ bevat 4 gram zout, terwijl het etiket 0,043 gram zout belooft.
Vleesvervanger soms lekkerder
De smaak en structuur van vleesvervangers lijken steeds meer op die van echt vlees. Een testpanel van 40 consumenten proefde verschillende maaltijden met vleesvervangers. Zij kregen steeds een variant met en een variant zonder vlees.
Bijna een derde van het panel kon de pasta met mager rundergehakt niet onderscheiden van de vegetarische pasta. Ook bij vegetarische hamburgers en nasi met vegetarische ‘kipstukjes’ bleek het verschil lastig te proeven.
Zo’n 30% van de proevers vond de nasi met vegetarische kipstukjes zelfs lekkerder dan die met echte kip.
Milieu-impact
De Consumentenbond berekende van 11 vleesvervangers ook de duurzaamheid in vergelijking met vlees. Het vervangen van gehakt en rundvleesburgers door vegetarisch gehakt en vegaburgers betekent 5 keer minder uitstoot van CO2 en een factor 5 minder gebruik van land en water.