Vermogensheffing aangepast
Gepubliceerd op:15 februari 2022
De Belastingdienst heeft via een massaalbezwaarprocedure 208.000 bezwaarschriften tegen de vermogensheffing goedgekeurd over de aangiftejaren 2017 tot en met 2020. Aanleiding tot dit besluit is de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, die het strijdig met de Europese wetgeving verklaart om vermogen te belasten op grond van een fictief rendement. Alleen het belasten van werkelijk behaald rendement voldoet aan het recht om vrij te beschikken over eigendom uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Vervolgstappen
Het goedkeuren van de bezwaarschriften is nog maar stap 1. Het kabinet heeft vanaf 4 februari nog 6 maanden om de schade te herstellen. Er zijn naar schatting 1,3 miljoen belastingplichtigen die de afgelopen jaren vermogensheffing betaalden terwijl zij alleen spaargeld bezitten. Het gaat de Hoge Raad niet alleen om de spaarders, maar ook om burgers die bij beleggen minder rendement halen dan wat verondersteld is. Daarom moet de regering ook besluiten wat te doen met de ruim 3 miljoen belastingplichtigen die behalve spaargeld ook aandelen hebben. Ook hun vermogen is forfaitair belast, dus niet op grond van het werkelijke rendement.
Als zij geen bezwaar hebben aangetekend, hoeft de Belastingdienst volgens de landsadvocaat de inmiddels definitief vastgestelde aangiftes over 2017 tot en met 2020 niet te herzien. Of deze visie stand houdt, is overigens niet zeker. De Rechtbank Noord-Holland oordeelde op 7 januari 2022 dat herziening van een aanslag over 2017 toch mogelijk is vanwege het onwettige karakter. Deze uitspraak (zaaknummer HAA 20/1920) is nog niet gepubliceerd.
De Tweede Kamer kan via motie 103 (35927) afdwingen dat er compensatie komt voor allen die gedupeerd zijn door de fictieve rendementsheffing op vermogen in box 3.
Aangifte over 2021
Uiterlijk op 1 april maakt de regering in grote lijnen bekend hoe de bezwaarmakers gecompenseerd worden. Bij de voorjaarsnota in mei zullen nadere mededelingen volgen. Er zal ook gekeken worden naar de mogelijkheid om eerder dan in 2025 een oplossing te vinden voor het belasten van het werkelijk behaalde rendement. Het grootste struikelblok is dat de Belastingdienst door automatisering weinig controlemogelijkheden heeft. De gebrekkige controle was overigens al de reden waarom de forfaitaire vermogensrendementsheffing in 2002 werd ingevoerd. Dat was tot 2017 op een andere grondslag.
De Belastingdienst laat weten dat iedereen bij de aangifte over 2021 zijn vermogen moet opgeven. Doordat pas later wordt besloten over de oplossing, zullen de definitieve aanslagen 2021 bij mensen met vermogen waarschijnlijk later worden opgelegd. Zij krijgen hierover bericht.