Verliezers nieuw regeringsbeleid
Gepubliceerd op:8 februari 2022
Een van de belangrijkste tegenvallers voor kabinet-Rutte IV is de hoge inflatie. Eerder gaf De Nederlandsche Bank (DNB) al aan dat de inflatie dit jaar boven het niveau van 2,7% zal uitkomen. DNB-president Klaas Knot spreekt nu de verwachting uit dat het 4% of hoger zal worden en de inflatie pas in de loop van 2023 weer zal dalen.
Inflatiecorrectie wordt dus een centraal thema in het economische beleid van het nieuwe kabinet. Het minimumloon en de uitkeringen gaan stijgen, maar dat gebeurt pas in 2024.
Belastingheffing progressiever
Volgend jaar komt er een belastingverlaging in de vorm van een verhoging van de arbeidskorting. Dat is een belastingkorting voor werkenden die boven het modale inkomen van €37.000 geleidelijk daalt. Tegelijk met het stijgen van de arbeidskorting gaat de afbouw ook sneller omlaag. Hierdoor wordt vanaf 2023 de inkomstenbelasting dus nog progressiever voor werkenden.
Hetzelfde principe past het kabinet toe op AOW’ers, al begint bij hen de afbouw van de ouderenkorting pas vanaf €38.500. In 2023 stijgt de ouderenkorting. Aangezien dat voordeel daalt vanaf €38.500 profiteren de rijkere AOW’ers hier minder van.
Verder worden zzp’ers sneller dan voorzien gelijkgesteld met werknemers in loondienst, omdat hun zelfstandigenaftrek versneld wordt afgebouwd. In 2026 is deze aftrek al bijna gehalveerd ten opzichte van de €7280 uit 2019 en in 2030 is deze aftrek nog maar €1200.
Gezinnen met jonge kinderen
Wie aan gezinsplanning doet, kan het laatste kind het beste geboren laten worden vóór 2025. De inkomensafhankelijke combinatiekorting van ruim €2500 voor de minstverdienende ouder verdwijnt in dat jaar. Komt een kind nog in 2024 op de wereld, dan levert dat maximaal 12 jaar lang belastingkorting op en dat kan dus oplopen tot €30.000 per kind. Zet het geld opzij en je kunt er de studie van het kind mee betalen. Kinderen geboren vanaf 2025 leveren geen belastingkorting meer op.
Profiteren van ontslagpremie
In 2023 wordt het middelen van inkomsten afgeschaft. Dat is vooral nadelig voor belastingplichtigen die in 1 jaar een inkomen hebben dat boven de grens van €69.000 uitkomt. Terwijl de andere jaren het inkomen in een lager belastingtarief valt. Daar krijgen vooral oudere werknemers mee te maken die ontslagen worden en een transitievergoeding krijgen. Het eigenaardige van het afschaffen van de middelingsregeling is dat deze nog jaren meegaat, nadat die afgeschaft is.
Wie in 2023 of 2024 door ontslag een zeer hoog inkomen heeft, kan nog altijd gebruikmaken van de middelingsregeling. Bij middeling wordt het totale inkomen en de totale belastingheffing over 3 achtereenvolgende jaren gemiddeld. Daardoor kan je te veel betaalde belasting terugkrijgen. Zolang in 1 van die 3 jaren de middelingsregeling nog bestaat, kan de regeling gebruikt worden. Het jaar 2022 moet dus in ieder geval worden meegenomen, maar dat kan ook als het ontslag plaatsvindt in 2024.